Achtergrondinformatie | Rijkswerkinrichting Hoorn

Rijkswerkinrichting Hoorn

Rijkswerkinrichting Hoorn, alias 'De Krententuin', rond 1920.

Overheidsinrichting voor bijkomende straf

Een Rijkswerkinrichting (RWI) was een instelling van de overheid, bestemd voor personen die naast een veroordeling tot een hechtenisstraf ook bijkomende straf kregen. Het ging hierbij veelal om veroordeling wegens bedelarij, landloperij, souteneurschap en openbare dronkenschap. Het doel was heropvoeden en re-integreren van gestraften door het laten verrichten van nuttige arbeid.

De Rijkswerkinrichtingen ontstonden in Nederland vanaf 1886, na de invoering van het nieuwe Wetboek van Strafrecht. De duur van plaatsing in een RWI varieerde van ten minste drie maanden tot hoogstens drie jaar.

Voorgeschiedenis Oostereiland

Het Oostereiland is in het midden van de zeventiende eeuw aangelegd voor de kust van Hoorn, met baggerslib uit de haven. Koopman Schuyt bouwde een aantal pakhuizen op het eiland, maar ging in 1677 failliet. Daarna werden hier de VOC-rederijen gevestigd. Vanaf 1690 diende het als onderkomen van de Admiraliteit (voorloper van de marine). De Admiraliteit bouwde er magazijnen, kantoren, werkplaatsen en scheepswerven voor de in de Grashaven gelegen oorlogsschepen.

In 1795 verbood de Franse bezetter de Admiraliteit en was het hoofdgebouw een tijd in gebruik als kazerne. Vanaf 1817 werd het gebruikt als bedelaarshuis voor ongeveer duizend bedelaars uit heel noordelijk Nederland. Dit bedelaarshuis werd in 1828 opgeheven, waarna de toenmalige koning besloot in de gebouwen een huis van correctie te vestigen: een gevangenis voor reclasseerbare lichtgestraften. Van 1886 tot 1933 werd het Oostereiland een Rijkswerkinrichting.

Rijkswerkinrichting Hoorn

Hoorn beschikte in de periode 1886-1932 over een Rijkswerkinrichting voor mannen, in een voormalig pakhuis van de Oost-Indische Compagnie op het Oostereiland. Het verplichte werk bestond voor een groot deel uit het sorteren van krenten. Hieruit is in de volksmond de naam 'De Krententuin' ontstaan. Daarnaast werden er voor particuliere opdrachtgevers wasknijpers, vistuigen en matten vervaardigd, en bamboestokken gericht en bewerkt voor vishengels.

Door de bezuinigingen van het rijk werd de Rijkswerkinrichting Hoorn in 1932 gesloten. De nog aanwezige souteneurs werden overgeplaatst naar het Huis van Bewaring in Groningen; de overige overgebleven gestraften gingen naar de Rijkswerkinrichting Veenhuizen.

RWI Hoorn

Personeel en College van Regenten van RWI Hoorn, rond 1930.
Zittend, de tweede man van rechts is meester T. Trompet.


Persbericht RWI Hoorn

Hoornsche Courant, 13-03-1901.

Persbericht RWI Hoorn

Hoornsche Courant, 27-09-1901.

Persbericht RWI Hoorn

Hoornsche Courant, 31-01-1902.


Persbericht RWI Hoorn

Hoornsche Courant, 19-12-1902.

Persbericht RWI Hoorn

Hoornsche Courant, 14-12-1920.

Persbericht RWI Hoorn

Nieuwe Hoornsche Courant, 02-05-1927.

Persbericht RWI Hoorn

Onze courant, 31-03-1932.


RWI Hoorn met Hoofdtoren

RWI Hoorn met Hoofdtoren, 1900-1910.

RWI Hoorn met Grashaven

RWI Hoorn met Grashaven, 1916-1922.