Achtergrondinformatie | Heimans en Thijsse

Inleiding

Omstreeks 1900 ontstond in Nederland een natuurbeschermingsbeweging, met als grondleggers de onderwijzers E. Heimans (1861-1914) en Jac.P. Thijsse (1865-1945). Zij beschouwden de mens als bondgenoot van de natuur in plaats van als heerser of slaaf. Dit was de basis voor een meer evenwichtige houding tegenover de natuur.
Foto E. Heimans

Eli Heimans.

Eli Heimans

ELi Heimans deed in Zwolle de opleiding tot onderwijzer en haalde er de benodigde vervolgakten. In 1882 vestigde hij zich als jonge onderwijzer in Amsterdam, waar hij werkzaam was aan een openbare lagere school in een stoffige achterbuurt. Heimans zocht vaak en graag de natuur net buiten de stad op, in het Sarphatipark. Doordat hij een uitstekend waarnemer was en goed kon leren, groeide zijn kennis van planten en dieren snel.

Heimans maakte deel uit van de redactie van een pedagogisch maandblad. Hij had kritiek op het traditioneel systematisch georiënteerde onderwijs in de natuur zoals dat tot dan toe werd gegeven. Heimans pleitte ervoor om de kinderen mee naar buiten te nemen en dieren en planten in de klas te brengen. Op deze manier kon het eigen waarnemen worden gestimuleerd. Zijn ideeën schreef hij op in het boekje: De levende natuur, een handleiding bij het onderwijs in de kennis van planten en dieren op de lagere school in het bijzonder voor de grote steden. Hij maakte carrière in het onderwijs en werd in 1893 hoofd van de Planciusschool in Amsterdam.

Foto Jac. Thijsse

Jac.P. Thijsse.

Jac.P. Thijsse

Jac. P. Thijsse kwam uit de omgeving van Woerden en volgde de opleiding tot onderwijzer aan de gemeentelijke Kweekschool te Amsterdam. Na het behalen van verschillende aanvullende akten verliet hij Amsterdam om in 1891 hoofd van de Franse school in Den Burg op Texel te worden. Hij was een natuurliefhebber en trok met zijn leerlingen over het eiland. Eieren zoeken was een geliefde bezigheid bij de Texelse jeugd, en wie de eieren kon vinden, kende de broedgebieden. Zo ging Thijsse het vogelleven bestuderen. In 1892 keerde Thijsse terug naar Amsterdam en werd daar hoofd van een openbare school.
Kaft In Sloot en Plas

In sloot en plas.

Samenwerking Heimans en Thijsse

Eli Heimans en Jac. Thijsse kwamen voor het eerst met elkaar in contact in het najaar van 1893. Zij deelden dezelfde passie voor de natuur en dezelfde pedagogische inzichten. Heimans had zoals eerder genoemd de lesmethode 'De levende natuur' gepubliceerd. Het boekje behandelde de natuur die in het Amsterdamse Sarphatipark te vinden was. Thijsse stelde voor om als vervolg hierop samen boekjes over 'natuur van buiten het park' te maken. Dit leidde tot een serie van zes boekjes, met een aangename schrijfstijl en kleurrijke door henzelf vervaardigde illustraties.
  • Langs dijken en wegen (1894).
  • In sloot en plas (1895).
  • Door het rietland (1896).
  • Hei en dennen (1897).
  • In de duinen (1899).
  • In het bosch (1901).

Navolging

De voor iedereen begrijpelijke en aanstekelijke manier van schrijven over de natuur was nieuw en sprak een groot publiek aan. De auteurs namen de lezer als het ware mee op hun wandelingen naar voor iedereen bereikbare plaatsen als het stadspark of de slootkant. De boekjes wekten op tot navolging, tot het zelf gaan kijken en waarnemen en stimuleerden zo de natuurstudie als hobby, ook wel ‘natuursport’ genoemd. Veel jonge onderwijzers uit die periode namen deze lesmethode over, waaronder K. Ruyterman uit Hauwert.