Achtergrondinformatie | Carillon Hoorn

Grote Kerk

Grote Kerk Hoorn na herstel van de brand in 1878.

Geschiedenis Grote Kerk

In de middeleeuwen was in de toren van de Grote Kerk van Hoorn een speelwerk aangebracht, dat in 1671 werd vervangen door een klokkenspel bestaand uit tweeëndertig klokken. De oude luidklok werd gehandhaafd voor de hele uren, de grootste nieuwe klok sloeg de halve uren. Op de klok werden de namen en wapens van de regerende burgemeesters vermeld. Dit instrument ging op 3 augustus 1838 helaas verloren, toen door onvoorzichtigheid van een loodgieter de gehele kerk afbrandde.

Na de brand kon de kerk herbouwd worden met behoud van de oorspronkelijke middeleeuwse muren. Er was echter geen geld voor een nieuw klokkenspel. In 1878 brandde de kerk weer af, nu door blikseminslag. Dit maal werd een geheel nieuwe kerk gebouwd, met in de toren een slagklok die zowel het hele als het halve uur sloeg. Na de inwijding van de kerk werd in 1884 ook een tweede klok geïnstalleerd.

Persbericht Carillon

De Nieuwe Courant, 01-08-1923.

Persbericht Carillon

Medemblikker courant, 06-11-1926.

Carillon

In 1923 ontstond de belangstelling voor weer een echt carillon in de toren. Op initiatief van de heer Maarten Storm kwamen enkele Horinezen bij elkaar om de mogelijkheden te bespreken. De eerste bijeenkomst waar dit comité in het openbaar naar buiten trad was op 28 oktober 1924 in de schouwburg het Park. Gerrit Scholten jr. werd voorzitter van het comité. Pas in maart 1926 werd de Vereniging bij Koninklijk Besluit goedgekeurd. Het bezit van de Vereniging was toen fl. 1133,26, het lidmaatschap bedroeg fl. 1,-.

Inzamelingsactie

Na vijf jaar kwam uiteindelijk onder leiding van de voorzitter een inzamelingsactie op gang. In 1935 werden contacten gelegd met de heer van Bergen te Heiligerlee die een offerte maakte voor een carillon van twintig klokken. De inzamelingsactie liep echter zo goed dat men besloot een grotere toonreeks te kiezen en de eerste vierentwintig klokken alvast te laten gieten. Deze klokken hebben enkele jaren achter het hek van het Westfries Museum tentoongesteld gestaan.

Het klavier van het toekomstig carillon. Nieuwe Hoornsche Courant, 12-05-1936.

Klokken Carillon

Kijkje in het carillon.

Laatste loodjes en kort plezier

Inmiddels was in 1936 de staat van de torenspits zodanig slecht, dat deze werd afgebroken. Drie jaar later was de nieuwe torenspits klaar en kon een carillon van zevenendertig klokken geplaatst worden. De twee aanwezige slagklokken werden ten behoeve van dit carillon omgesmolten tot klokken die in de toonreeks pasten.
De officiële ingebruikname was op 1 juli 1939. Het plezier was echter van korte duur: tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het carillon op 24 maart 1943 door de Duitsers uit de toren geroofd.

Nogmaals nieuwe beiaard

Na de oorlog werden zestien klokken teruggevonden. Nog voor de bevrijding ontwikkelde het bestuur plannen om Hoorn weer een nieuwe beiaard te schenken. Met de opbrengsten van een nieuwe fondsenwerving en een aanvullende obligatielening kreeg men het benodigde bedrag bij elkaar.

In de zomer van 1950 werd een nieuw carillon van in totaal tweeënveertig klokken in de toren geïnstalleerd en feestelijk in gebruik genomen. Voorzitter G. Scholten jr. heeft dit niet meer mogen beleven, hij was eind 1947 overleden. J.C. Kerkmeijer volgde hem op als voorzitter van de Vereniging Het Carillon te Hoorn.


Persbericht Carillon

De Nieuwe Courant, 30-09-1936.

Foto Carillon bij WFM

De klokken werden in 1936 geëxposeerd voor het Westfries Museum. Links staat J.C. Kerkmeijer, uiterst rechts burgemeester Leemhorst, terwijl G. Scholten jr. de klanten van de klokken laat horen.


Foto Aankomst klokken Boterhal

De aankomst van de klokken bij de Boterhal in juni 1939.
Rechts staat voorzitter G. Scholten jr.

Foto ingebruikneming Carillon

De toeschouwers bij de officiële ingebruikneming van het carillon op 1 juli 1939.


Foto diefstal klokken, 1943

Het stelen van de kerkklokken door de Duitsers, voorjaar 1943.

Foto diefstal klokken, 1943

De uit de kerktoren geroofde klokken, voorjaar 1943.