Achtergrondinformatie | Ontwikkeling stolpboerderij

Ontstaan

De historie van de Nederlandse boerderij begint rond vierhonderd jaar voor Christus. In de koudere streken van Europa bracht men het vee onder dak. De veestapel werd gehouden in de ruimte waarin ook werd gewoond; zo vormde de warmte van het vee een aanvulling op de warmte van het vuur. Bij opgravingen zijn woningresten gevonden van driebeukige woonstalhuizen; het woonhuis en de stal waren onder één dak zonder scheidingswand.
Plattegrond Langhuisboerderij

Plattegrond van een zogenaamde langhuisboerderij. Links het woongedeelte, rechts de stal.

Langhuisboerderij

Door de tijd heen werden deze zogenaamde langhuisboerderijen voorzien van een overstekende dakrand tegen inslaan van het regenwater en werd het hooi opgeslagen in een afzonderlijke hooiklamp. Tegen het eind van de middeleeuwen werd er een scheidingsmuur geplaatst tussen stal en huis en kwam er tussen stal en woonhuis een werkruimte. Dit 'verbeterde' woonstalhuis was het uitgangspunt voor de verdere ontwikkeling in de boerderijbouw, waaruit in Noord-Holland de stolpboerderij ontstond.
Doorsnede stolpboerderij

Doorsnede van een stolpboerderij met zicht op de centrale hooitas.

Stolpboerderij

Hoewel de stolp zich ontwikkeld heeft uit de langhuisboerderij, is de bouwwijze van de piramidevormige stolp geheel anders. Bij de ontwikkeling van de stolp is uitgegaan van de hooitas. Op de vier hoeken hiervan werden zware eiken balken, de zogenaamde stenders of steunders geplaatst. De stenders werden aan de bovenkant aan elkaar verbonden. Het grote dak rustte in zijn geheel op de steunders en de muren waren niet of nauwelijks dragend. De wanden werden veelal gemaakt van gepotdekselde planken.
Plattegrond stolpboerderij

Plattegrond van een stolpboerderij.

Indeling stolp

Rondom de centrale hooitas lagen de woon- en bedrijfsvertrekken. Aan de wegkant het woongedeelte, met de bedsteden tegen de hooitas. De traditionele stolp had geen voordeur bij de woning. De deur in de voorgevel gaf toegang tot de koestraat, een gang die langs de stalling van het melkvee liep. De koeien stonden hier, met de koppen in de richting van de muur, twee aan twee tussen koeschutjes.
Type aanbouw stolpboerderij

Verschillende en in Noord-Holland veel toegepaste mogelijkheden voor uitbouw van de stolpboerderij.

In de achtergevel bevond zich de grote dubbele deur, die toegang gaf tot de deel. De deel was bij de veeteeltbedrijven in gebruik om de wagens met hooi binnen te rijden en onder het dak te lossen. Soms moesten de deeldeuren om de doorrijhoogte te bevorderen in het dak worden teruggeplaatst.

Veranderingen

In de loop der tijd zien we veranderingen in- en variaties op de vorm en indeling ontstaan. Zo werd de woning voorzien van aparte kamers en zijn de houten scheidingswand (de weeg) in het woonhuis en de gepotdekselde buitenwanden vervangen door stenen muren.

Er ontstond een voorliefde voor symmetrische opbouw van de voorgevel, met in het midden een voordeur. De voordeur had in die tijd een beperkte functie, zoals blijkt uit het oud Westfries rijm: "Een dode en een bruid, gaan de voordeur in en uit". De voordeur werd dus alleen gebruikt bij 'rouwen en trouwen'.

Uitbreiding

Voor meer woonruimte werden de boerderijen soms uitgebreid met een aanbouw voor de woning of de stal, respectievelijk een woonhuisstaart of koehuisstaart.

Dakbedekking

Riet is bij uitstek geschikt als dakbedekkingmateriaal, vanwege de goede bescherming tegen regen en sneeuw. Omdat de opvang van regenwater van een rieten dak moeilijk is, werd bij veel Hollandse stolpen onder aan het dak een rij pannen gelegd met daaronder een goot.
Later werden meer pannen gebruikt en kreeg het dak aan de voorzijde een uitsparing van zwarte pannen: de spiegel of pannenplaat. De grens tussen pannen en riet werd vaak fraai afgewerkt met trapsgewijze sprongen of sierlijke boogjes. Nieuwe stolpboerderijen zijn vanwege het brandgevaar vaak volledig bedekt met pannen.