Achtergrondinformatie | Koekplanken
Koek met bijbehorende koekplank.
Inleiding
De eerste koekplanken stammen vermoedelijk uit de vroege middeleeuwen. Omdat zij van hout waren, zijn er uit die tijd maar weinig bewaard gebleven. Vooral in de zeventiende en achttiende eeuw was het uitsnijden van hout tot een koekplank een vakmanschap, dat door koekenbakkers en rondtrekkende modelmakers werd uitgevoerd.Snijden
Om een koekplank te maken werd uit het hout eerst de grove vorm van de koek gesneden, overeenkomstig het benodigde volume voor het vastgestelde gewicht van de koek. Daarna volgde het fijnere snijwerk, wat nauwelijks extra volume betekende. Aan het te gebruiken hout werden enkele logische eisen gesteld, zoals bewerkbaarheid, stevigheid en dichtheid. Vooral essen, teak- en notenhout kon goed gebruikt worden.Antieke koekplank, fietser.
Van koekplank naar speculaasplank
Eeuwenlang werd speculaas met behulp van koekplanken gemaakt. Hoogstwaarschijnlijk is het woord ‘speculaas’ afgeleid van deze koekplanken. In het Latijn betekent speculum namelijk spiegel of spiegelbeeld. De prent op de koekplank, die fungeerde als mal voor de speculaaskoek, was immers het spiegelbeeld van de afbeelding die uiteindelijk op de lekkernij te zien was.Planken met een verhaal
De taferelen op de koekplanken vormden veelal een weergave van het alledaagse leven, waarbij symbolische, religieuze of politieke verwijzingen werden gebruikt. Tegenwoordig kennen we het molentje, het speculaasmannetje en -vrouwtje en verschillende dieren. Op oude planken zie je vaak oude Germaanse motieven zoals de levensboom, de zwaan en de haan. Of bijbelse motieven zoals Eva en de slang, Gabriël en Maria, het Lam Gods, en de geboorte van Chistus. Maar ook boeren, vissers, matrozen, kuipers, slagers, en talloze dieren als paarden, schapen, varkens en koeien, te veel om op te noemen.De speculaaspop was in bepaalde regio's ook een middel om aan te geven dat een jongeman een vrouw als potentiële bruid zag. De voorstelling van de man die een boom plant, verwijst eveneens naar dit gebruik.
Antieke koekplank, paardentram.
Antieke koekplank, ruiter.
Provinciaalse Zeeuwsche Courant, 28-11-1952.
Deel van een zogenaamde rijtjesplank.