Achtergrondinformatie | Johannes Bernardus Post

Foto JB Post

J.B. Post.

Johannes Bernardus Post (roepmaam Jan) werd rond 1890 geboren te Hoorn en huwde op 14 december 1917 met Geertruida van der Wouden. Zijn vrouw overleed echter al op jonge leeftijd. De weduwnaar Post trad op 30 december 1920 in het huwelijk met Anna Elisabeth Bakker. Dit huwelijk werd 25 april 1941 te Hoorn weer ontbonden.

Ondernemer in hart en nieren

Jan Post begon als rijwielhersteller en voerde daarbij ook een eigen rijwielmerk: 'Jan Pieterszoon Coen'. Hij had een pand op de Turfhaven in Hoorn en bezat een Ford-auto, die hij regelmatig verhuurde. In die tijd kwamen ook de eerste autobussen op de wegen.

Post kocht een Ford-vrachtwagenchassis en liet dat anderhalve meter verlengen. Daarop werd in Woerden een carrosserie voor achttien personen gebouwd. Met deze autobus opende hij op 3 april 1922 de lijndienst Hoorn-Enkhuizen.

Al gauw kwam er een tweede bus bij, zodat die dienst vier maal per dag kon worden onderhouden. Het duurde niet lang of hij bezat zeven autobussen, waarmee de uurdienst Hoorn-Enkhuizen werd uitgevoerd.

Perbericht Autobusdienst

Onze courant, 16-01-1922.

Een retour kostte dertig cent en daarmee juist iets minder dan de NS de klanten in rekening bracht voor deze reis. In die tijd hadden de bussen nog geen verwarming. Daarom onthaalde mevrouw Post-Bakker na iedere rit het verkleumde personeel in haar huiskamer op een kop warme soep!

Advertentie Auto-omnibusdienst

Onze courant, 04-10-1924.

Medeoprichter NACO

Post richtte in 1924 samen met de Purmerender onderneming Fa. F.A. de Raadt & J. Kistemaker ook de Nederlandsche Auto Car Onderneming (NACO) op. De drie heren hadden als doel om hiermee de deelnemers van de in 1924 in Amsterdam te houden Olympische Spelen te vervoeren van en naar de verschillende locaties. Daarnaast wilden ze uitstapjes door Nederland gaan verzorgen. Amsterdam kreeg de Spelen echter pas in 1928. Ondertussen werden de ambities van de NACO gericht op het streekvervoer in Noord-Holland met de lijndienst Hoorn-Purmerend-Amsterdam en vanaf 1925 tevens de lijndienst Purmerend-Zaandam

Concurrentiestrijd

Ook anderen zagen brood in de bloei van de autobusdienst. In 1925 begon de firma Kok en Van Meurs uit Hoorn met de Eerste White Auto-Omnibusdienst (EWAO). De EWAO was gevestigd op het Grote Noord 38 in Hoorn en opende met vijf geel geschilderde White bussen de geregelde autobusdienst Hoorn-de Streek-Enkhuizen. Dit betekende een regelrechte aanval op de dienst van Post.
De bussen van beide bedrijven vertrokken vrijwel gelijktijdig van de eindpunten in verband met de aankomst van de treinen. Ze volgden - het kon niet anders in verband met de wegen - dezelfde route.
De bussen van beide firma's voerden hierbij een felle concurrentiestrijd. Onderling trachtten de chauffeurs elkaar met grote snelheden in te halen, om als eerste de wachtende passagiers te laten instappen, want vaste halteplaatsen waren er nog niet. Het kwam ook wel eens voor dat de bussen elkaar tegenkwamen op een smal weggedeelte en de ene chauffeur niet voor de andere opzij wilde gaan.

Afspraken over dienstregeling en eindpunt

Dit was een onhoudbare situatie, zodat beide ondernemers uiteindelijk om de tafel gingen. Zij spraken af om het uur te rijden en deze dienstregelingen maandelijks te laten wisselen, in verband met de (zeer) drukke en minder drukke ritten. De concurrentiestrijd was voorbij.
De dienstregeling van EWAO was zó opgesteld dat de laatste rit eindigde in Enkhuizen bij lunchroom 'De Spoorklok', dichtbij het Snouck van Loosenpark. Voor de chauffeur was een slaapvertrek gehuurd bij een weduwe in de Tabakstraat in Enkhuizen. 's Morgens vroeg reed hij ook weer de eerste bus naar Hoorn.
De bussen van Post stonden bij café-restaurant 'Du Passage' op de hoek van de Paktuinen in Enkhuizen.

WACO

Het lijndienstbedrijf van Post in Hoorn groeide ondanks tegenslagen geleidelijk. Hij zette zijn bedrijf voort onder de naam West-Friesche Auto Car Onderneming (WACO), gevestigd op het Breed in Hoorn. Op 1 maart 1930 nam hij het bedrijf Fa. Kok en Van Meurs over.

Post besloot zich vervolgens uitsluitend te richten op de WACO en stapte in mei 1930 uit het mede door hem opgerichte bedrijf NACO. Hij nam de lijnen van Akkerman, Kors en Dudink over, die allemaal in West-Friesland werkzaam waren.

Jubileum

Begin april 1937 vierde Westfriesland's streekvervoer zijn vijftienjarig jubileum. Het bedrijf had inmiddels negentig man personeel en tweeënveertig bussen. Het jubileum werd groots gevierd, waarbij directeur J.B. Post van het personeel een bronzen plaquette aangeboden kreeg. De plaquette is van de hand van kunstenaar G.H. Lückens. Er is ook een tweede exemplaar gemaakt, waarschijnlijk voor de echtgenote van J.B. Post.
Foto WACO

WACO-bussen, foto anno 1935.

Advertentie WACO

Nieuwe Hoornsche Courant, 09-03-1926.

Persbericht WACO

Nieuwe Hoornsche Courant, 13-02-1933.

Persbericht Jubileum WACO

Nieuwe Hoornsche Courant, 03-04-1937.

Foto Onthulling plaquette

Ter ere van het vijftienjarig jubileum ontvangt de directeur J.B. Post van zijn personeel een gedenkplaat met plaquette. De bronzen plaquette is vervaardigd door firma Scholten, naar een reliëf door G.H. Lückens. Rechts staat de jubilaris J.B. Post.

Foto Huldiging

Vooraan in het midden zit jubilaris J.B. Post.
Uiterst links staat de beeldend kunstenaar G.H. Lückens.

Aanvang Tweede Wereldoorlog

In 1940 was de samenvoeging van de autobusdiensten in Hoorn zover gevorderd dat de WACO twaalf geregelde lijndiensten en een marktdienst uitvoerde. Vrijwel meteen nadat Duitsland op 10 mei 1940 Nederland binnenviel, ontstond er een grote schaarste aan benzine. De aanwezige voorraad brandstof werd door de Duitsers ingenomen en nieuwe aanvoer was niet mogelijk door de oorlogshandelingen.

Brandstoftekort en ondernemerschap

Ook de WACO had met het brandstoftekort te maken, waardoor er steeds minder bussen konden rijden. In 1941 liet Jan Post daarom karretjes maken, die getrokken konden worden door een fiets. Elke chauffeur die niet met een bus kon uitrukken moest met een karretje naar het NS-station fietsen, om reizigers op te pikken en naar hun plaats van bestemming te vervoeren. Die oplossing bleek van korte duur: de chauffeurs konden de lichamelijke inspanning niet aan en meldden zich spoedig ziek.

Gelukkig vond Jan Post een alternatief: een houtgasgenerator op een aanhangwagentje, dat achter de bus werd gehangen. Hij kocht enkele houtgasgeneratoren en een partij hout aan. Het hout werd opgeslagen bij het nieuwe NS-station in Hoorn. Een ploeg van vier werknemers zorgde er voor dat er genoeg hout was voor elke bus, zodat zo veel mogelijk bussen konden rijden en op tijd konden vertrekken.

Persbericht WACO, voortrappers

Nieuwe Venlosche Courant, 11-06-1940.

Foto WACO, gasgenerator

WACO-bus met gasgenerator.

Eindpuntenvervoersverbod

Vervoer per huurauto was in de oorlogsjaren door het genoemde brandstoftekort voor velen onbetaalbaar. Er werd dan ook veel gebruikt van de WACO-bussen die met het houtgassysteem konden rijden. De bussen waren echter zo vol, dat het regelmatig voorkwam dat reizigers uit Venhuizen en Schellinkhout niet meer in de bus konden worden opgenomen. Daarop dienden de burgemeesters van Venhuizen en Schellinkhout een verzoek in bij de Rijkshoofdinspecteur van verkeer om de WACO te verbieden reizigers te vervoeren, die het hele traject van begin- tot eindpunt mee reisden. Immers voor die doelgroep was een goede spoorverbinding tussen Hoorn en Enkhuizen.

Aftreden Jan Post

Eind 1940 was de WACO op aandrang van de Duitsers verkocht aan ATO, een bedrijfsonderdeel van de NS. Deze verkoop werd definitief op 1 januari 1941. Het personeel werd overgenomen, maar de directeur moest begin april aftreden. Op 2 april 1941 was er gelegenheid tot afscheid nemen van Jan Post, die zich hierna definitief terugtrok uit de autobuswereld.