Achtergrondinformatie | Beroep omroeper

Omroeper

Dorpsroeper Dorus van Noordwijk aan Zee, met gong.

Ambacht omroeper

Het beroep van omroeper is al eeuwenoud. In de middeleeuwen had ieder dorp, iedere gemeente en elke stad zijn eigen omroeper. De omroeper maakte geboorte, overlijden en andere gebeurtenissen in zijn leefomgeving bekend. Een veel belangrijker aspect van zijn taak was het uit naam van de overheid aankondigen van besluiten en wetten. Immers veel mensen konden niet lezen en schrijven maar moesten wel op de hoogte zijn van wetten en regels. Daarnaast werd de hulp van de omroeper ook in de arm genomen door lokale middenstanders, bijvoorbeeld door de slager voor het bekendmaken van een noodslachting.
Omroeper

Omroeper Velsen-Noord, met bel, in 1918.

Functie-eisen

Men werd vaak omroeper uit armoede, om zo wat geld of goederen bij te verdienen. Toch moest de omroeper een redelijk geschoold werkman zijn, want hij moest in elk geval kunnen lezen. De persoon moest goed bekend staan en mocht geen dronkelap zijn. Hij mocht geen problemen hebben met de Schout en de Schepenen en was een 'oppassend persoon'.

Kleding en uitrusting

Vaak was de omroeper zeer sober gekleed, in een boerenkiel met pet en klompen. In de tweede helft van de negentiende eeuw stelde in veel steden het stadsbestuur een reglement op voor de stadsomroeper. In dit reglement werd ook een kledingvoorschrift opgenomen. De omroeper moest gekleed gaan in een donker kostuum en was verplicht tot het dragen van een hoed of pet. Het hoofddeksel diende voor de herkenbaarheid van de stadsomroeper en was voorzien van een lint met daarop 'Stadsomroeper'.

Attentie

De omroeper beschikte over een grote bel of een bekken om de burgers attent te maken op zijn te melden boodschappen. De boodschappen begonnen vaak met teksten als "Boeren, burgers en buitenlui", of "Hoort, hoort, zegt het voort..".

Van ambacht naar hobby

In de eerste helft van de twintigste eeuw was de stem van de omroeper in vrijwel alle gemeenten van Nederland nog een bekend geluid. Met de komst van de (lokale) radio werd de functie van omroeper overbodig. Anno 2024 zijn er in ons land nog ongeveer zesentwintig omroepers; zij zijn aangesloten bij het Omroepersgilde.
Omroeper

De omroeper van Huizen, met ratel, in 1928.

Omroeper

Jan Volten, omroeper van Hoorn, met bekken.

Omroeper

De omroeper van West-Terschelling, met bel en spreekbuis, 1938.


Persbericht omroeper

Hoornsche Courant, 24-10-1857.

Persbericht omroeper

Hoornsche Courant, 01-06-1867.

Persbericht omroeper

Hoornsche Courant, 06-08-1893.


Persbericht omroeper

Hoornsche Courant, 22-08-1897.

Persbericht omroeper

Hoornsche Courant, 23-07-1899.

Persbericht omroeper

De Zaanlander, 25-10-1924.

Persbericht omroeper

Nieuwe Haarlemsche Courant, 30-06-1925.

Persbericht omroeper

Het Nieuws van den Dag, 12-11-1942.


Persbericht omroeper

De Graafschap-bode, 16-08-1946.

Persbericht omroeper

Zutphens Dagblad, 03-12-1946.