Achtergrondinformatie | Baarsvissen

Baars is een roofvis die leeft in zoet en brak water en in de negentiende eeuw erg talrijk was, ook in en rondom stedelijk gebied. Van 1880 tot de Tweede Wereldoorlog waren er veel viscolleges (visclubs), die uitsluitend op baars visten.

Viscolleges

Een viscollege had gemiddeld tien tot twintig leden en elk college had een eigen embleem. Dat embleem moest bij wedstrijden op het revers van de jas gedragen worden. De wedstrijden werden tijdens het visseizoen wekelijks of tweewekelijks gehouden, doorgaans op zondag. Elke gevangen baars, hoe klein ook, betekende een punt.
Baarstonnetje

Het baarstonnetje dat met een leren riem over de schouder werd gedragen.

Uitrusting

Baarsvissers in Noord-Holland gebruikten een korte bamboehengel, omdat er vooral vlak onder de kant werd gevist. Bij wedstrijden was alleen mestpier als aas toegestaan. Deze mestpieren werden bewaard in een houten wormenbak, die aan de broekriem werd bevestigd. Buiten de wedstrijden kon ander aas gebruikt worden, zoals kleine krabbetjes en kreeftjes die vooraf met een schepnet werden gevangen. Een serieuze baarsvisser had tevens een baarstonnetje: een tonnetje half gevuld met water om de gevangen baarsjes in te bewaren tot ze konden worden geteld of gemeten.

Hoornse visclub

Ook Hoorn had in die tijd een eigen visclub: Hoornsche Hengelaars 'de Baars'. Zij hielden veelal onderlinge wedstrijden aan de waterlopen Binnenwijzend en Wijzend.
Persbericht Hengelclub

Hoornsche Courant, 02-06-1899.

Persbericht Hengelclub

Hoornsche Courant, 07-06-1901.

Persbericht Hengelclub

Nieuwe Hoornsche Courant, 10-06-1903.

Hoornse Hengelaars De Baars

Hoornsche Hengelvereeniging 'De Baars', 1900.

Hoornse Hengelaars De Baars

De Hoornsche Hengelvisclub 'De Baars' aan de Hulk, 1921.

Viscollege Amsterdam

Vischcollege van baarsvissers in Amsterdam, begin 1900.