Home  | G.H. Lückens  | Modelleerwerk  | Tekeningen  | Werk divers  | Sitemap  | 

Taanderij

De taanbaas hijst een rol touw omhoog
uit de ketel met gloeiend hete vloeistof.

Taanderij in Enkhuizen

De taanderij van Jan Harlaar
in Enkhuizen, omstreeks 1900.

Conservering tegen rotten
In de zomer met broeierig weer konden de zeilen, netten en het touwwerk van de vissersboten op zee al na vijf dagen verrotten. Om deze verrotting tegen te gaan moesten de materialen geconserveerd worden door te tanen. Tanen was een van de onderhoudswerkzaamheden van de vissers van de Zuiderzee en vond ook plaats op het Visserseiland bij Hoorn.

Taan
Het conserveringsmiddel, de taan, heeft door de eeuwen heen verschillende samenstellingen gehad. De samenstelling van het taan hing tevens af van het te conserveren materiaal. Zo werd voor katoenen of linnen zeilen en netten andere taan gebruikt dan voor zijden netten.

Taanderij
Een taanderij was veelal gevestigd in een houten schuur. In de schuur stond een grote koperen of een gemetselde taanketel. De ketel werd gevuld met water dat uit de haven werd gepompt. Onder de ketel werd een turfvuur gestookt om het water in de ketel aan de kook te brengen. In het water werd een zak met taan gehangen, die na een anderhalf uur opgelost was. Rond 1900 gebruikte men als taan vaak cachou: een looihoudend extract uit het hout, de bast of de vruchten van een tropische boom. Cachou gaf de zeilen en netten een donkerbruine kleur en had een nogal penetrante geur.

Het tanen
Met een takel boven de ketel werden netten, rollen touw en zeilen in de gloeiend hete vloeistof gedompeld. Daarop kwam een rooster met zware gewichten om de materialen onder water te houden. De taanbaas sloot de ketel met een houten deksel en liet de inhoud van de ketel een uur of drie doorkoken. Dampend en wel werden de netten, touwen en zeilen op een grote, platte kruiwagen naar de schuit gereden en in de mast gehangen om te drogen.
Voordat een volgende partij geconserveerd werd, vulde de taanbaas de ketel bij en proefde of de taanoplossing nog sterk genoeg was.