Een T-Ford uit de jaren 30.
De Paktuinen in Enkhuizen.
Het Breed in Hoorn.
Een bus van de WACO
in Schellinkhout, 1934.
Een bus van de WACO
met houtgasgenerator.
Johannes Bernardus Post werd rond 1892 geboren te Hoorn en huwde op 14-12-1917 met Geertruida van der Wouden. Zijn vrouw overleed echter al op jonge leeftijd. De weduwnaar Post trad op 30-12-1920 in het huwelijk met Anna Elisabeth Bakker. Dit huwelijk werd 25-04-1941 te Hoorn weer ontbonden.
Ondernemer in hart en nieren
Jan Post begon als rijwielhersteller en voerde daarbij ook een eigen rijwielmerk: 'Jan
Pieterszoon Coen'. Hij had een pand op de Turfhaven in Hoorn en bezat een
Ford-auto, die hij regelmatig verhuurde.
In die tijd kwamen ook de eerste autobussen op de wegen. Post kocht een
Ford-vrachtwagenchassis en liet dat 1.50 m verlengen. Daarop werd in Woerden een
carrosserie voor 18 personen gebouwd. Met deze autobus opende hij op 3 april
1922 de lijndienst Hoorn-Enkhuizen. Al gauw kwam er een tweede bus bij, zodat
die dienst 4x per dag kon worden onderhouden. Het duurde niet lang of hij bezat
zeven autobussen, waarmee de uurdienst Hoorn-Enkhuizen werd uitgevoerd. Een
retour kostte 30 cent en daarmee juist iets minder dan de NS de klanten in
rekening bracht voor deze reis. In die tijd hadden de bussen nog geen
verwarming. Daarom onthaalde mevrouw Post-Bakker na iedere rit het verkleumde
personeel in haar huiskamer op een kop warme soep!
Medeoprichter NACO
Post richtte in 1924 samen met de Purmerender onderneming Fa. F.A. de
Raadt & J. Kistemaker ook de Nederlandsche Auto Car Onderneming (NACO) op. De drie
heren hadden als doel om hiermee de deelnemers van de in 1924 in Amsterdam te
houden Olympische Spelen te vervoeren van en naar de verschillende locaties.
Daarnaast wilden ze uitstapjes door Nederland gaan verzorgen. Amsterdam kreeg de Spelen
echter pas in 1928. Ondertussen werden de ambities van de NACO gericht op het
streekvervoer in Noord-Holland met de lijndienst Hoorn-Purmerend-Amsterdam en
vanaf 1925 tevens de lijndienst Purmerend-Zaandam.
Concurrentiestrijd
Ook anderen zagen brood in de bloei van de autobusdienst. In 1925 begon de firma
Kok en Van Meurs uit Hoorn met de Eerste White Auto-Omnibusdienst (EWAO). De
EWAO was gevestigd op het Grote Noord 38 in Hoorn en opende met vijf geel
geschilderde White bussen de geregelde autobusdienst Hoorn-de Streek-Enkhuizen.
Dit betekende een regelrechte aanval op de dienst van Post.
De bussen van beide bedrijven vertrokken vrijwel gelijktijdig van de eindpunten
in verband met de aankomst van de treinen. Ze volgden - het kon niet anders in
verband met de wegen - dezelfde route. De bussen van beide firma's voerden
hierbij een felle concurrentiestrijd.
Onderling trachtten de chauffeurs elkaar met grote snelheden in te halen, om als
eerste de wachtende passagiers te laten instappen, want vaste halteplaatsen
waren er nog niet. Het kwam ook wel eens voor dat de bussen elkaar tegenkwamen
op een smal weggedeelte en de ene chauffeur niet voor de andere opzij wilde
gaan.
Afspraken over dienstregeling en eindpunt
Dit was een onhoudbare situatie, zodat beide ondernemers uiteindelijk om de
tafel gingen. Zij spraken af om het uur te rijden en deze dienstregelingen
maandelijks te laten wisselen, in verband met de (zeer) drukke en minder drukke
ritten. De concurrentiestrijd was voorbij.
De dienstregeling van EWAO was zó opgesteld dat de laatste rit eindigde in
Enkhuizen bij lunchroom 'De Spoorklok', dichtbij het Snouck van Loosenpark. Voor
de chauffeur was een slaapvertrek gehuurd bij een weduwe in de Tabakstraat in
Enkhuizen. 's Morgens vroeg reed hij ook weer de eerste bus naar Hoorn.
De bussen van Post stonden bij café-restaurant 'Du Passage' op de hoek van de
Paktuinen in Enkhuizen.
WACO
Het lijndienstbedrijf van Post in Hoorn groeide ondanks tegenslagen geleidelijk.
Hij zette zijn bedrijf voort onder de naam West-Friesche Auto Car Onderneming
(WACO), gevestigd op het Breed in Hoorn. Op 1 maart 1930 nam hij het bedrijf Fa. Kok
en Van Meurs over. Post besloot zich vervolgens uitsluitend te richten op de
WACO en stapte in mei 1930 uit het mede door hem opgerichte bedrijf NACO. Hij
nam de lijnen van Akkerman, Kors en Dudink over, die allemaal in West-Friesland
werkzaam waren. In 1940 was de samenvoeging van de autobusdiensten in Hoorn
zover gevorderd dat de WACO twaalf geregelde lijndiensten en een marktdienst
uitvoerde. Eind 1940 werd de WACO op aandrang van de Duitsers aan de NS
verkocht.
Brandstoftekort en ondernemerschap
Vrijwel meteen nadat Duitsland op 10 mei 1940 Nederland binnenviel, ontstond er
een grote schaarste aan benzine. De aanwezige voorraad brandstof werd door de
Duitsers ingenomen en nieuwe aanvoer was niet mogelijk door de
oorlogshandelingen. Ook de WACO had met het brandstoftekort te maken, waardoor
er steeds minder bussen konden rijden. In 1941 liet Jan Post daarom karretjes
maken, die getrokken konden worden door een fiets. Elke chauffeur die niet met
een bus kon uitrukken moest met een karretje naar het NS-station fietsen, om
reizigers op te pikken en naar hun plaats van bestemming te vervoeren. Die
oplossing bleek van korte duur: de chauffeurs konden de lichamelijke inspanning
niet aan en meldden zich spoedig ziek.
Gelukkig vond Jan Post een alternatief: een houtgasgenerator op een
aanhangwagentje, dat achter de bus werd gehangen. Hij kocht enkele
houtgasgeneratoren en een partij hout aan. Het hout werd opgeslagen bij het
nieuwe NS-station in Hoorn. Een ploeg van vier werknemers zorgde er voor dat er
genoeg hout was voor elke bus, zodat zo veel mogelijk bussen konden rijden en op
tijd konden vertrekken.
Advertentie in adresboek van Wieringermeer uit 1942.
Eindpuntenvervoersverbod
Vervoer per huurauto was in de oorlogsjaren door het genoemde brandstoftekort
voor velen onbetaalbaar. Er werd dan ook veel gebruikt van de WACO-bussen die
met het houtgassysteem konden rijden. De bussen waren echter zo vol, dat het
regelmatig voorkwam dat reizigers uit Venhuizen en Schellinkhout niet meer in de
bus konden worden opgenomen. Daarop dienden de burgemeesters van Venhuizen en
Schellinkhout een verzoek in bij de Rijkshoofdinspecteur van verkeer om de WACO
te verbieden reizigers te vervoeren, die het hele traject van begin- tot
eindpunt mee reisden. Immers voor die doelgroep was een goede spoorverbinding
tussen Hoorn en Enkhuizen. Dit zogenaamde eindpuntverbod werd op 5 maart 1941
opgelegd. Jan Post en de WACO probeerden waar mogelijk een creatieve invulling te
geven aan de vergunning en het eindpuntenvervoersverbod, zo blijkt uit klachten
die binnen kwamen bij de Rijkshoofdinspecteur in Haarlem...
WACO gaat op in NACO
De al eerder genoemde NACO was in 1940 net als de WACO een onderdeel van de NS
geworden. In 1945 werd de WACO toegevoegd aan de NACO. Tot 1 juli 1974
exploiteerde de NACO bijna alle autobuslijnen in Noord-Holland boven het
Noordzeekanaal. In 1974 werd NACO in het kader van de sanering van het
streekvervoer ondergebracht bij de Noord-Zuid Hollandsche Vervoer Maatschappij
(NZHVM, later NZH) in Haarlem.