Home  | G.H. Lückens  | Modelleerwerk  | Tekeningen  | Werk divers  | Sitemap  | 

Schelpkalkovens

Schelpkalkovens.

Schelpenvisser

Schelpenvissers.

Steengroeve

Steengroeve.

Kalkbranderijen
Kalkbranderijen bestonden al in de tijd van de Romeinen. De eerste berichten over het gebruik van schelpkalkovens in Nederland dateren uit de veertiende eeuw uit het Graafschap Holland. Er werd gestookt op turf.

Hoogtijdagen
In de 18de eeuw kwamen gepleisterde gevels en decoratieve interieurs naar Franse smaak in de mode. Hierdoor nam de vraag naar kalk, gips en stuc spectaculair toe. Dit waren de hoogtijdagen van de kalkovens in Nederland: er waren op meer dan 100 locaties schelpkalkovens in gebruik.
Nabij Winterswijk waren er van eind negentiende eeuw tot begin twintigste eeuw ook twee steenkalkovens in gebruik.

Van schelpenvissers naar schelpenzuigers
De Noordzeestranden leverden tot in de vijftiger jaren van de twintigste eeuw genoeg schelpen op om schelpenvissers een bestaan te bieden. Zij brachten de schelpen per kar van het strand naar een kalkoven. Tegenwoordig worden schelpen grootschalig gewonnen met behulp van schelpenzuigers in de Noordzee en in de diepere zeegaten bij de Waddeneilanden. De schelpen worden nu vooral gebruikt voor weg- en erfverharding, isolatie van vloerruimten etc.

Schelpkalkmortel
De enig overgebleven schelpkalkoven van Europa staat in Duitsland. De schelpen met cokes worden gebrand om te worden gebruikt voor schelpkalkmortel. Schelpkalkmortels zijn taai en hebben een hoge elasticiteit waardoor trillingen kunnen worden opgevangen zonder scheurvorming. Met schelpkalk gemetselde stenen zijn afbikbaar en herbruikbaar, in tegenstelling tot met cement gemetselde stenen.